Geachte heer/mevrouw, volksvertegenwoordiger in functie,
in de Tweede Kamer zal binnenkort gesproken en t.z.t. gestemd worden over een nieuwe dan wel aangepaste Mijnbouwwet. Als bewoners van een mijnbouwgebied, meer specifiek het noordwesten van de Provincie Groningen, maken wij ons daar zorgen over. Als betrokken burgers hebben we niet de indruk dat het concept zoals dat nu voorligt voldoet aan enige essentiele voorwaarden die de bescherming van leven en welzijn van ons, bewoners, zou moeten waarborgen. Dat zouden toch graag anders zien, zou ook anders moeten, en wel middels de volgende punten.
1/ Er dient een voorzorgs-principe gehanteerd te worden bij alle aanvragen voor vergunningen voor nieuwe dan wel het voortzetten van bestaande mijnbouw-activiteiten. Als er een reëel risico is op schade dient een activiteit NIET toegestaan te worden.
Laat het betrokken bedrijf maar aantonen of ten minste aannemelijk maken dat er geen dan wel minimale risico’s bestaan bij een mijnbouwproces. De gaswinning zoals die tot nu is gepleegd heeft aangetoond dat deze risico’s onaanvaardbaar hoog zijn. Risico op schade aan de gebouwen, op gevaar voor leven en welzijn van de burgers. Dit zou anders moeten.
2/ Indien de gepleegde activiteit toch tot schade leidt dient deze volledig en grondig gerepareerd te worden. Financiele compensatie voor geleden schade aan woningen alsmede voor mentaal leed moet beter bij wet geregeld worden. Het is wellicht zeer ten overvloede maar ik mag u er op wijzen dat de huidige regelingen en de handelswijze van het betrokken bedrijf, de NAM ingeval Groningen, aan deze minimale noodzaak volstrekt niet voldoen!
3/ Het is totale willekeur dat er een contourenlijn voor bevingsschade door de gaswinning is getekend. Alsof de aarde zich door ondergrondse verstoringen niet zou kunnen bewegen enkele kilometers verderop! Bovendien vrezen wij als inwoners van het NoordWestelijk deel van de provincie Groningen voor toenemende gaswinning uit de zogenaamde kleine velden, nu de winning bij en rond Loppersum is verminderd. Dit zal zonder twijfel tot nieuwe schade leiden – en dat is dan buiten die zogenoemde contourenlijn. Mede daarom moet het hele principe van een ‘contourenlijn’ van de baan in een nieuwe Mijnbouwwet!
4/ De bewijslast voor schade moet bij de bedrijven komen te liggen of anders bij de overheid die de bedrijven vergunningen verleent. Niet bij de burger! Dit is de facto een omkering van de huidige praktijk en de invoering van een nieuwe Mijnbouw-wet zou een uitgelezen moment zijn om dat principe vast te stellen.
5/ Bij het verlenen van vergunningen dienen lokale en regionale overheden meer bevoegdheid te krijgen dan thans in het concept wordt voorgesteld. Lokale overheden moeten minimaal via de wet in staat worden gesteld hun burgers te beschermen tegen gevaar verbonden aan mijnbouwactiviteiten. Helaas heeft het recente verleden laten zien dat het ministerie van EZ daarvoor niet de meest geschikte instantie is. Wellicht is er daar te veel sprake van de economische dan wel bedrijfs-belangen. Een sterke wetgeving zou de burgers, de gemeenten en de provincie in staat kunnen stellen daar een betere afweging in te maken dan van een afstand (de Haagse-) mogelijk is.
Als voorbeeld in dezen noem ik het voornemen van de NAM om te gaan fracken bij Saaksum/Locatie RoodeHaan. Hier is sprake van een potentiële verstoring van de (diepe) ondergrond notabene op zeer geringe afstand van een oude breuklijn! In dit geval is de lokale situatie veel beter bekend bij Provincie en Gemeenten die dus de juistere afwegingen kunnen maken.
Ik, wij als bewoners van Groningen, hopen en verwachten dat u gehoor geeft aan onze argumentatie, onze belangen dus als (onze) volks-vertegenwoordiger daadwerkelijk wilt behartigen. Dat u het momentum dat ontstaat doordat er een nieuwe Mijnbouwwet in aantocht is wilt benutten om de basisrechten van bewoners betreffende veiligheid en welzijn beter te waarborgen.
Met hoogachting,
Garnwerd